|
|
|||
 Steijntje Gerrits Hilhorst, dochter van Gerrit Gerritsz Hilhorst en Grietje Roeters Schae.Ook bekend als: Stijntgen Gerrits Hilhorst, geboren ± 1640
Gehuwd 18 mei 1662 Soest, leeftijd ongeveer 22 jaar (maximaal 12 jaar gehuwd) met: Cornelis Pauwelsz van den Tolacker, jongeman, wonende te Maartensdijk, en Stijntgen Gerrits Hilhorst, jongedochter, wonende te Soest Bron: Eemlandse Klappers deel 14 pagina 93 Steijntje verkoopt "De Heuvel" aan Cornelis Thonisz Dorresteijn, zij is dan weduwe; 10 april 1674. Opden Xen Aprilis 1674 ter presentie ende ten overstaen van den Heere Steven van Lamzweerde Schoudt, Baernt Henricxsz ende Albert Albertsz, Schepenen van Soest Dat voor ons gecomen is int Gerecht Stijntgen Gerrits Hilhorst dochter, voor haer selven ende als weduwe ende boedel-harster van sa. Cornelis Paulwelsz Tolacker, wonende aende St. Martensdijck ende heeft de Comparante in die qualité voor haar ende hare Erffgenamen getransporteert, opgedrage ende overgegeven in crachte deses aen ende ten behoeve van Cors Thonisz Dorresteijn, indertijdt Schepen deses Gerechts ende sijne Erffgenamen, den vrijen Eijgendom van - omtrent twee margen weijlandts, genaempt Den Heuvel, edoch soo groot ende cleijn 't selve gelegen is aen 't langhe eijndt van Soest, streckende van den achterwegh aff tot aent dwarssteechgen na den Eult toe, laest bij Jan Claesz Buijs den ouden in huijre gebruijckt, daer ten wedersijden de kijnderen ende Erffgenamen van wijlen Petronella van Rijn, in haer leven weduwe van sa. Sr. Cornelis van Eggen, naestegelandt ende gelegen sijn, wesende vrij van enighe gevestichde Capitalen ofte lasten wtgesondert op 's Heeren Ongelden ende buijrlasten daerop staende op den Thijendt daerwtgaende, ende sall dit genoemde landt hebben, genieten ende behouden den vrijen deur- ende over-wech met wagen, ende paerden, koeijbeesten ende andersints over de Comparantes landts, genaempt De Beeck, tot aende Soeser Brinck toe. Belovende de genaemde Comparante inde geseijde qualité desen Transporte daer op te vrijen ende waeren als nae Erffcoops recht ende nae Costuijme in de lande van Utrecht geobserveert. Ende bekende de Comparante van de beloofde Coop-penningen ten vollen voldaen ende betaelt te sijn, ende dit naedijen ons alvorens gebleecken was den 40en penningh hier van betaalt te sijn aen A. van Ommeren, als Collecteur vandien binnen Amersfoort volgens desselfs quitantie gedaterd den xxvj en februarij voorleden, dese lopende Jaars 1674, sonder arch, des t'oorconde... Oirconde mij Secretario R. van Ingen, 1674. Bron: RAU RA nr. 1144 deel 23 fol. 18vs/19 | |||
Neem contact met ons op over vragen, aanvullingen, op- of aanmerkingen.