man‎Loech Tonisz op Dorrestein‏‎
Geboren ‎± 1560
Loegh Thonisz op Dorrestein wordt genoemd als posesseur (bezitter, eigenaar) van Jacob Nenningsmaat, 1598 (bron: Werkgroep Eemland).

Gehuwd ‎voor 1583 met:

Kinderen:

1.
manThonis Loochsz‏
Geboren ‎1590, overleden ‎voor 1645‎, leeftijd maximaal 55 jaar

2.
manGerrit Loochsz (Dorrestein)‏
Geboren ‎± 1590

3.
woman‎Grietgen Looch Dorresteijns‏‎
Geboren ‎1600
Grietgen Looch Dorresteijns betaalt ƒ 16-0-0 huisgeld, 1645.
Zij is overleden tussen 1645 en 1670.

4.
womanJannitje Logen Dorrestein‏
Geboren ‎± 1600, gedoopt (doopgetuige: Oirconde), overleden ‎± 1670‎, leeftijd ongeveer 70 jaar
Vermoed wordt dat zij verscheidene keren gehuwd is geweest, aangezien bij de aestimatie van haar goederen gesproken wordt van "laest weduwe van". Kennelijk heeft zij de gehele Dorresteijn geërfd en is deze hoeve sindsdien niet meer in de familie.
Op huijden den xix en Septembris 1670 oude stijll hebben wij Steven van Lamzweerde Schoudt, Volquen Thomasz ende Egbert Roelen, Schepenen van Soest, ter praesentie ende ten overstaen van de Heere Bartholomeus de Gruijter, Provisionele Ontfanger van den xxen ende xlen penningh's Landts van Utrecht ende ten versoecke vande Collaterale Erffgenamen van sa. Jannitgen Logen, laest weduwe van sa. Cornelis Evertsz, overleden opt Erve Dorresteijn, gelegen onder den genoemden Gerechte van Soest, gaestimeert seecker Erve ende goet, mette huijsinghe, hoff ende hofstede, mette plantagie daerop ende omme staende, genaempt Dorresteijn voornoempt, met seven margen bouw-landts, een margen weij-landts ende omtrent acht margen veen-velt ende plaggenvelt daer aen behorende alles soo 't bewalt ende van outs beslooth is geweest, bijde voornoemde Jannitgen Logen weduwe naegelaten ende bij Looch gerritsz de ruijgh bewoont ende gebruijct, geljck wij het voorsz. Erve Dorresteijn, mette voorsz. landerijen ende vorderen aencleven vandijen naer onse beste kennisse aestimeren bij desen ter somme van drije duijsent, seven hondert ende vijftich geulden ƒ 3750-0-0.
Op date, ten overstaen, ter praesentie ende ten versoecke alsvoren, geaestimeert saecker parcheeltgen bouw-landts, gelegen aent Soezer hardt, onder den Gerechte van Soest, naegelaten bij de voornoemde Jannitgen Logen weduwe ende bij Looch gerritsz de ruijgh in huijre gebruickt, groot vijerhondert roeden, gelijck wij het selve parcheeltgen bouw-landts, bij dezen ter somme van twee hondert gulden ƒ 200-0-0
T'oorconde geteeckent
Oirconde mij Secretario
R. van Ingen, 1670
bron: Rijksarchief Utrecht RA nr. 1144 deel 22 fol. 34 / 34 vs


Neem contact met ons op over vragen, aanvullingen, op- of aanmerkingen.