man‎Johannes "Hannes" Kok‏‎, zoon van Cornelis Jansen Kok en Maria Teunisse Steenbeek‏.
Geboren ‎9 jun 1815 Soest akte 33, overleden ‎18 jul 1879 Soest akte 48‎, leeftijd 64 jaar. Beroep: landbouwer, veekoopman
Hannes woonde op de hofstede "het Klooster" , naast bouwman en veekoopman was hij tevens houthandelaar in voornamelijk heimasten.
Op 7 maart 1866 had hij zich al gemeld bij veldwachter Ravesloot met het vermoeden van veepest
Dezelfde dag zijn burgermeester Gallenkamp Pels en Rijkveearts Weitzel ter plaatse gekomen.
Er werd geconstateerd dat in het achterhuis 26 melkkoeien van onderscheidende leeftijd en haar(kleur), in een afzonderlijke schuur 4 melkkoeien en 7 pinken en een jong paard waren.
In het bakhuis lagen 12 vette varkens, deze stal heeft geen enkele verbinding met het achterhuis.
In een afzonderlijk schuurtje zijn 2 reeds gestorven runderbeesten, die dezelfde avond zijn begraven.
Vier werkpaarden en drie jonge paarden lopen in het weiland.

Op 8 maart 1866 is officieel de runderpest uitgebroken.
Van de 39 koeien waren er nog 13 gezond en de hofstede is dezelfde dag onder bewaking gesteld.
Op dezelfde dag heeft provinciaal veearts Willem Jacob Eduard Hekmeijer verklaart dat het onmiddellijk onteigenen en afmaken van al het vee van Hannes Kok noodzakelijk was.
Bij hem waren 39 runderen, aangetast 39, dood 39 en hersteld 0.
In de Amersfoortsche courant van 24 april 1866 een overzicht van de stand van de veepestgevallen.

Op 23 maart 1866 leent Hannes 1000 gulden van Arnoud Jan de Beaufort via notaris Dirk Scheerenberg, als onderpand de hofstede "Het Klooster" kadastraal Soest sectie B 31 t/m 43, 64, 65, 343 en 355 (bron Archief.historieLeusden.nl).
1)

Bronnen

1) bron: Archief Eemland, extra tekst: bijlagen notulen B & W Soest 1866
Neem contact met ons op over vragen, aanvullingen, op- of aanmerkingen.